Vereffening

Een nalatenschap moet in beginsel vereffend worden als er sprake is van beneficiaire aanvaarding door een of meer erfgenamen, maar ook wanneer door de rechtbank een vereffenaar is benoemd. De vereffening van een nalatenschap dient het belang van de schuldeisers en is te vergelijken met een faillissement. Vereffening van de nalatenschap vindt ook veelal plaats indien sprake is van een nagenoeg insolvente nalatenschap.

Er bestaat zowel een ‘lichte’ als een ‘zware’ vereffening. De lichte variant is veelal van toepassing op nalatenschappen die beneficiair zijn aanvaard maar een (voldoende) positief saldo hebben. De vereffening heeft in dat geval veel weg van executele. Bij de zware variant dienen echter een aantal formaliteiten te worden nageleefd. Die formaliteiten dienen het belang van de schuldeisers. De kern van de lichte vereffening is dat een boedelbeschrijving wordt opgemaakt en de schuldeisers van de nalatenschap worden voldaan.

Tijdens de vereffening zijn de erfgenamen bevoegd tot beheer, als dit beheer bestaat uit handelingen die tot gewoon onderhoud of behoud van een goed van de nalatenschap dienen, of uit handelingen die geen uitstel kunnen lijden.

Wanneer vereffenen?

Een nalatenschap dient te worden vereffend als deze door een of meer erfgenamen beneficiair is aanvaard. Dit is echter niet het geval als er een executeur is die kan aantonen dat het saldo van de nalatenschap ruimschoots voldoende is om alle schulden (waaronder begrepen de legaten) te voldoen. Niet al te gemakkelijk mag worden aangenomen dat een nalatenschap ruimschoots toereikend is om alle schulden te voldoen. Er zullen in redelijkheid maatregelen genomen moeten zijn om te waarborgen dat er niet plotseling nog onbekende schuldeisers zich melden.

Als er sprake is van een minderjarige erfgenaam, dan zal in veel gevallen sprake zijn van een beneficiaire aanvaarding. De wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige kan dan bij de Kantonrechter ontheffing verzoeken van de vereffeningsplicht. Hij zal dan moeten aantonen dat de nalatenschap een positief saldo heeft.

Een nalatenschap dient ook te worden vereffend als de rechtbank een vereffenaar benoemd. De rechtbank kan een vereffenaar benoemen als de nalatenschap door een erfgenaam beneficiair is aanvaard. Het verzoek daartoe kan worden gedaan door een erfgenaam, een belanghebbende of het Openbaar Ministerie. Het verzoek door een belanghebbende of het Openbaar Ministerie is toewijsbaar als:

  • hij die met het beheer van de nalatenschap is belast in ernstige mate in de vervulling van zijn verplichtingen tekortschiet;
  • hij die met het beheer van de nalatenschap is belast daartoe ongeschikt is;
  • hij die met het beheer van de nalatenschap is belast is niet voldoet aan een last tot zekerheidstelling;
  • wanneer de schulden van de nalatenschap de baten blijken te overtreffen;
  • wanneer tot verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan voordat deze vereffend is.

De rechtbank kan ook een vereffenaar benoemen zonder dat sprake is van een beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap. Dit kan:

  • als niet bekend is of er erfgenamen zijn;
  • wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen de nalatenschap onbeheerd laten;
  • wanneer tot verdeling wordt overgegaan voordat opeisbare schulden zijn voldaan;
  • wanneer voor een schuldeiser het gevaar bestaat dat hij niet zal worden voldaan (omdat de nalatenschap niet toereikend is, niet behoorlijk wordt beheerd en afgewikkeld of omdat een andere schuldeiser zich op de goederen van de nalatenschap gaat verhalen);
  • wanneer de belangen van (privé)schuldeisers van een erfgenaam ernstig worden geschaad door gedragingen van een erfgenaam of een executeur.

Bij lichte vereffening behoeven de schuldeisers niet te worden opgeroepen en evenmin is het neerleggen van de uitdelingslijst verplicht, tenzij de Kantonrechter anders bepaalt.

De vereffenaar

Na beneficiaire aanvaarding zijn alle erfgenamen vereffenaar. Een door de rechter benoemde vereffenaar treedt in de plaats van de erfgenamen en vertegenwoordigt de erfgenamen in en buiten rechte. De erfgenamen zijn niet bevoegd zonder de medewerking van de vereffenaar of zonder machtiging van de Kantonrechter over de goederen van de nalatenschap te beschikken.

Een vereffenaar heeft tot taak de nalatenschap als een goed vereffenaar te beheren en te vereffenen. Een vereffenaar moet met bekwame spoed een boedelbeschrijving opmaken waarin de schulden van de nalatenschap in de vorm van een voorlopige staat zijn opgenomen. Deze boedelbeschrijving moet op het kantoor van de boedelnotaris worden neergelegd. Als een boedelnotaris ontbreekt, moet de boedelbeschrijving ter griffie van de rechtbank worden neergelegd. Erfgenamen en schuldeisers van de nalatenschap kunnen de boedelnotaris of griffier om inzage in de boedelbeschrijving verzoeken.

De taken van de vereffenaar bestaan verder uit:

  • het oproepen van de schuldeisers van de nalatenschap om hun vorderingen in te dienen;
  • het te gelde te maken van de goederen van de nalatenschap voor zover dat nodig is om de schulden van de nalatenschap te kunnen voldoen;
  • het neerleggen van een rekening en verantwoording en een uitdelingslijst op het kantoor van de boedelnotaris of ter griffie van de rechtbank;
  • na het verbindend worden van de uitdelingslijst de schulden van de nalatenschap overeenkomstig die uitdelingslijst te voldoen;
  • het opsporen van erfgenamen;
  • de na voldoening overgebleven goederen afgeven aan de erfgenamen;

Het proces van vereffenen

De schuldeiser moet zijn vordering bij de vereffenaar indienen. De vereffenaar zal dan vervolgens de gegrondheid van de vordering beoordelen. Als de vereffenaar de gegrondheid van de vordering betwist, zal hij de schuldeiser daarvan gemotiveerd kennis moeten gegeven. De wet zegt zelfs dat de vereffenaar dat onverwijld moet doen.

Vereffening is vaak alleen mogelijk als er goederen van de nalatenschap worden verkocht. De opbrengst wordt dan gebruikt voor het betalen van de schuldeisers. De vereffenaar zal dan ook eerst een beeld willen krijgen van de nalatenschap. Als duidelijk is dat de schuldeisers niet vanuit de liquide middelen voldaan kunnen worden, zal de vereffenaar goederen te gelde moeten maken. De wet bepaalt niet hoe de vereffenaar dat moet doen. De vereffenaar kan dus in beginsel kunnen kiezen voor bijvoorbeeld een onderhandse verkoop van de woning. Maar ook executoriale verkoop behoort tot de mogelijkheden. De vereffenaar moet met de erfgenamen in overleg treden over het verkopen van de goederen. De vereffenaar heeft de bevoegdheid tot het verkopen van goederen voor zover dat nodig is om de schulden van de nalatenschap te voldoen.

Als voor aanvang van de vereffening een legaat is uitgekeerd, kan de vereffenaar die uitkering terugvorderen voor zover dat nodig is voor het voldoen van de schulden van de nalatenschap. De vereffenaar moet dat dan doen binnen 3 jaren nadat de uitkering heeft plaatsgevonden.

De vereffenaar zal op een bepaald moment de uitdelingslijst opmaken en ter inzage neerleggen. Op de uitdelingslijst staan de schuldeisers genoemd, de hoogte van de vorderingen en de rang (positie) die ze hebben. Iedere belanghebbende kan tegen deze lijst in verzet komen. Dat verzet moet binnen 1 maand na neerlegging met een bezwaarschrift bij de rechtbank worden ingediend. De uitdelingslijst wordt verbindend als geen verzet is ingesteld of als onherroepelijk is beslist op het verzet. Na het verbindend worden van de uitdelingslijst moet de vereffenaar tot betaling van de vorderingen overgaan overeenkomstig de uitdelingslijst. Als een schuldeiser zijn vordering niet is geverifieerd en niet op de uitdelingslijst is opgenomen, is zijn verhaalsrecht op de nalatenschap beperkt. De later opkomende schuldeiser kan zich slechts verhalen op de goederen van de nalatenschap die niet zijn verkocht en op het overgebleven saldo. Als de nalatenschap door een erfgenaam zuiver is aanvaard, dan zal de schuldeiser zich ook kunnen verhalen op het privé vermogen van die erfgenaam. Ook in bepaalde andere gevallen kan de erfgenaam aansprakelijk zijn voor de vorderingen van later opkomende schuldeisers. De later opkomende schuldeisers moeten voldaan worden in de volgorde waarin zij zich hebben gemeld.

Zolang de vereffening voortduurt, kunnen individuele schuldeisers geen verhaal halen. Wel kunnen schuldeisers hun vorderingen bij vonnis laten vaststellen.