De wettelijke verdeling

De kinderen krijgen een geldvordering op de echtgenoot

Stel dat iemand komt te overlijden en die persoon heeft geen testament. Stel dat deze persoon een echtgenoot en kinderen nalaat. Hoe moet de nalatenschap van die persoon dan worden verdeeld? Het antwoord is eenvoudig. De nalatenschap behoeft niet te worden verdeeld, want de verdeling heeft al bij het openvallen van de nalatenschap op grond van de wet plaatsgevonden. Het is de echtgenoot die alle goederen heeft gekregen, terwijl de kinderen een (niet-opeisbare) geldvordering hebben gekregen op de echtgenoot (het zogenaamde kindsdeel). De hoogte van de geldvordering van een kind is gelijk aan de waarde van zijn erfdeel. Let wel: met de echtgenoot van erflater wordt niet bedoeld de van tafel en bed gescheiden echtgenoot.

De echtgenoot (langstlevende ouder) en ieder kind van erflater kan van de andere erfgenamen verlangen dat een boedelbeschrijving van de nalatenschap wordt opgemaakt.

Als het niet lukt om onderling de hoogte van de niet-opeisbare vordering vast te stellen, kan de Kantonrechter worden verzocht deze vast te stellen.

De opeisbaarheid van de geldvordering en rente

De echtgenoot hoeft de geldvordering (het kindsdeel) niet direct aan de kinderen te betalen. De geldvordering kan pas door een kind worden opgeëist als de echtgenoot zelf komt te overlijden of in staat van faillissement wordt verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard.

De geldvordering wordt verder elk jaar met rente verhoogt. Als de wettelijke rente 6% bedraagt, dan is de rente waarmee de geldvordering wordt verhoogd 0%. Als de wettelijke rente 8% bedraagt, dan wordt de geldvordering met 2% verhoogd. Alleen over de hoofdsom van de geldvordering wordt rente berekend. Dus er wordt geen rente over rente berekend.

Als ten aanzien van een echtgenoot (op wie het kind een geldvordering heeft) de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard, is – zoals gezegd – de geldvordering opeisbaar. De echtgenoot moet het verschuldigde bedrag dus aan het kind gaan betalen. De echtgenoot zal dit bedrag naar alle waarschijnlijk niet kunnen voldoen. Immers worden niet voor niets zijn schulden gesaneerd. In beginsel geldt dat de echtgenoot na het doorlopen van gehele traject van schuldsanering een schone lei krijgt. Eventuele schulden die tijdens het traject niet of slechts gedeeltelijk zijn voldaan kunnen niet meer worden afgedwongen. In de praktijk betekent dit dat schuldeisers hun vordering nooit meer voldaan krijgen. Voor de schuld van de echtgenoot aan het kind wegens toepassing van de (erfrechtelijke) wettelijke verdeling is dit echter niet het geval. Voor zover de schuld van het kind tijdens het traject van schuldsanering niet of slechts gedeeltelijk is voldaan, kan deze de schuld of het restant daarvan opeisen indien de echtgenoot komt te overlijden of in staat van faillissement wordt verklaard of (wederom) ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard.

Afwijken van de wettelijke verdeling

De wettelijke verdeling kan bij testament buiten toepassing worden verklaard. Een echtgenoot kan bijvoorbeeld worden onterfd, terwijl er goederen aan een stichting worden gelegateerd en derden als erfgenamen worden benoemd.

In een testament kan de wettelijke verdeling echter ook van toepassing wordt verklaard. Als de wettelijke verdeling in een testament van toepassing is verklaard, dan kunnen daar in hetzelfde testament ook weer afwijkingen op worden gemaakt. Het afwijken van de wettelijke verdeling is echter beperkt. De mogelijke afwijkingen zijn de volgende:

  1. Erflater kan in zijn testament de gronden voor opeisbaarheid van de geldvordering van een kind (het kindsdeel) uitbreiden.
  2. Erflater kan zelf de hoogte van de verschuldigde rente over de geldvordering van het kind in zijn testament vaststellen. Dit neemt overigens niet weg dat het kind ook na overlijden van erflater met de echtgenoot de hoogte van de verschuldigde rente kunnen overeenkomen.
  3. De wet bepaalt dat als de echtgenoot een gedeelte van de geldvordering voldoet, deze betaling in mindering komt op de hoofdsom. Erflater kan van deze bepaling in zijn testament afwijken door te bepalen dat een betaling eerst in mindering komt op de (rente)vermeerdering. Ook hier geldt dat de echtgenoot en het kind deze afwijking na overlijden van erflater kunnen overeenkomen.
  4. In sommige gevallen geeft de wet de mogelijkheid aan kinderen om goederen van de nalatenschap op te eisen (de zogenaamde wilsrechten). Dit is het geval indien bijvoorbeeld de echtgenoot hertrouwd waardoor het ‘stieffamiliegevaar’ ontstaat. Erflater kan in zijn testament de wilsrechten uitbreiden, beperken of opheffen.
  5. Erflater kan in zijn testament bepalen dat een stiefkind (dit is geen juridisch bloedverwant van erflater) in de wettelijke verdeling wordt betrokken. Het stiefkind verwerft daarmee dezelfde juridische positie in de wettelijke verdeling als een kind van erflater.

Verder is het mogelijk dat erflater in zijn testament bepaald dat de erfgenamen niet voor gelijke delen erven. Dat neemt echter niet weg dat de wettelijke verdeling gewoon van toepassing kan worden verklaard. Strikt juridisch gezien kan het vaststellen van ongelijke erfdelen in een testament niet worden gezien als een afwijken van de wettelijke verdeling. Het gaat bij de wettelijke verdeling om de wijze van de verdelen en de vaststelling van de verdeling en niet om de omvang van de aanspraken van erfgenamen op de nalatenschap. Met andere woorden: de wettelijke verdeling bepaalt dat de echtgenoot de goederen krijgt, terwijl de kinderen een niet-opeisbare geldvordering op de echtgenoot krijgen. De hoogte van de geldvordering is gelijk aan het erfdeel van het kind. De wettelijke verdeling bepaalt echter niet de omvang van het erfdeel van het kind.

De betaling van schulden als de wettelijke verdeling van toepassing is

Als de wettelijke verdeling van toepassing is, dan is de echtgenoot gehouden alle schulden van de nalatenschap te voldoen. Dat is ook logisch nu de echtgenoot alle goederen van de nalatenschap krijgt. De kinderen krijgen slechts een niet-opeisbare geldvordering op de echtgenoot (het zogenaamde kindsdeel). Het zou onbillijk zijn als de kinderen, die dus nog (voorlopig) niets krijgen, toch bijvoorbeeld de nog openstaande rekeningen van erflater zouden moeten gaan betalen.

Om een en ander goed te kunnen begrijpen is het belangrijk om te weten dat in deze gesproken wordt over ‘aansprakelijkheid’ en ‘draagplicht’ voor schulden. Deze juridische begrippen hebben elk een eigen betekenis.

De wet bepaalt dat de echtgenoot draagplichtig is voor de schulden van erflater. Je zou ook kunnen zeggen dat de echtgenoot geen regres kan nemen op de kinderen. Daarmee wordt bedoeld dat de echtgenoot na het voldoen van een schuld van erflater, deze niet nog eens bij het kind in rekening kan brengen. Wordt de echtgenoot hierdoor ten opzichte van de kinderen benadeeld? Nee, immers wordt de omvang van de erfdelen van de kinderen bepaald door het saldo van de nalatenschap. Openstaande rekeningen van erflater zorgen voor een kleiner saldo van de nalatenschap en dus voor kleinere erfdelen.

Nu kan het zijn dat de echtgenoot ook zelf schulden heeft. De echtgenoot heeft in dat geval twee ‘soorten’ schulden, namelijk 1. schulden van de nalatenschap en 2. haar eigen schulden. Als de echtgenoot echter niemand betaald, zullen de schuldeisers verhaal gaan zoeken bij de echtgenoot. Het kan dan bijvoorbeeld voorkomen dat twee soorten schuldeisers beslag leggen op de woning die de echtgenoot wegens de wettelijke verdeling uit de nalatenschap heeft verkregen. De wet bepaalt dat in dat geval de schuldeiser met betrekking tot een schuld van de nalatenschap voorrang heeft boven de andere schuldeiser. Als de echtgenoot een gemeenschappelijke schuld had met erflater (veelal een hypotheeklening) dan geldt dat zo’n schuld van gelijke rang is als een schuld van de nalatenschap.

Betekend al het voorgaande nu dat een schuldeiser bij toepassing van de wettelijke verdeling geen verhaal kan nemen bij een kind dat erfgenaam is? Praktisch gezien is dit vaak wel juist, maar juridisch gezien echter niet. Ook het kind is als erfgenaam jegens de schuldeiser gewoon aansprakelijk. Dit is in beginsel onbillijk. Immers lijkt het er op dat de echtgenoot alle rechten krijgt, terwijl het kind een niet-opeisbare vordering krijgt en ook nog eens aansprakelijk is voor de schulden. De wetgever heeft dan ook bepaald dat alleen verhaal bij een kind kan worden genomen als de geldvordering die het kind op de echtgenoot heeft, geheel of gedeeltelijk is afgelost. Alleen voor het bedrag waarmee is afgelost, kan verhaal bij het kind worden genomen. Let wel: een schuldeiser kan verhaal nemen op alle goederen van het kind, dus niet alleen op goederen die het kind uit de nalatenschap heeft gekregen. Het kind heeft verder het recht om de schuldeiser te wijzen op goederen van de echtgenoot waarop verhaal kan worden genomen. Die goederen moeten dan natuurlijk wel voldoende verhaal bieden. Als het kind van deze verwijzingsbevoegdheid gebruik maakt, dan is de schuldeiser verplicht eerst verhaal te nemen op de goederen van de echtgenoot.