Voortzetting van een onderneming

Als erflater bij leven een onderneming had, kan het zijn dat de echtgenoot van erflater of zijn kind(eren) de onderneming willen voortzetten. Niettemin kan dit voornemen van het kind of de echtgenoot worden doorkruist door de werking van het erfrecht. Het is immers mogelijk dat door de werking van het erfrecht goederen die dienstbaar waren aan de onderneming van erflater terechtkomen bij een andere persoon dan degene die de onderneming wil voortzetten. Om dit ongewenste gevolg te voorkomen is in de wet de volgende bepaling opgenomen:

Op verzoek van een kind of stiefkind van de erflater kan de kantonrechter, mits daardoor een zwaarwegend belang van het kind of stiefkind wordt gediend en in vergelijking hiermede het belang van de rechthebbende niet ernstig wordt geschaad, de rechthebbende verplichten tot overdracht tegen een redelijke prijs aan het kind of stiefkind, dan wel diens echtgenoot, van de tot de nalatenschap of de ontbonden huwelijksgemeenschap behorende goederen die dienstbaar waren aan een door de erflater uitgeoefend beroep of bedrijf dat door het kind of stiefkind dan wel diens echtgenoot wordt voortgezet. Bij zijn beschikking kan de kantonrechter nadere regelingen treffen.

Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van aandelen in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan de erflater bestuurder was en waarin deze alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen hield, indien het kind of stiefkind, dan wel diens echtgenoot ten tijde van het overlijden bestuurder van die vennootschap is of nadien die positie van de erflater voortzet.

Het vorige lid is slechts van toepassing voor zover de statutaire regels omtrent overdracht van aandelen zich daartegen niet verzetten.

Het recht om een verzoek als bedoeld in de leden 1 en 2 te doen, vervalt na verloop van een jaar na het overlijden van de erflater.

De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing ingeval de echtgenoot van de erflater een door de erflater uitgeoefend beroep of bedrijf voortzet, ook indien de echtgenoot ingevolge deze afdeling het vruchtgebruik van de desbetreffende goederen heeft of kan verkrijgen.

Er kan dus om overdracht worden verzocht van goederen die dienstbaar zijn aan een door erflater uitgeoefend beroep of bedrijf, welke goederen tot de nalatenschap of de door het overlijden ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoren. Het begrip ‘dienstig aan’ veronderstelt dat de goederen een functie hebben in de onderneming. Hierbij wordt overigens geen onderscheid gemaakt tussen goederen die geheel en goederen die slechts gedeeltelijk dienstig zijn aan de onderneming. Als erflater een onderneming uitoefende in een woning waarin hij tevens woonde, wordt de woning beschouwd als een goed dat dienstig is aan de onderneming. Er kan dan ook om overdracht van die woning worden verzocht. De mate waarin dit redelijk is, zal in de belangenafweging van de Kantonrechter een rol spelen. De Kantonrechter kan overigens zonodig beperkingen opleggen of regelingen treffen voor het gedeelte van een goed dat niet dienstig is aan het beroep of bedrijf dat wordt voortgezet.

Het verzoek tot overdracht kan worden gedaan door een kind, een stiefkind of door de echtgenoot van erflater. De echtgenoot heeft overigens op grond van het huwelijksvermogensrecht ook een overnamerecht. Het erfrechtelijke overnamerecht prevaleert echter boven het huwelijksvermogensrechtelijke overnamerecht.

Een verzoek tot overdracht kan alleen gehonoreerd worden als de echtgenoot of het (stief)kind of de echtgenoot van het (stief)kind het bedrijf of beroep voortzet. In sommige gevallen kan ook sprake zijn van overdracht aan meerdere kinderen.

Redelijke prijs

De prijs van de over te dragen goederen dient redelijk te zijn. Dit is echter een open norm. De invulling zal per situatie anders zijn. In de landbouw komt het nog steeds regelmatig voor dat een kind van de landbouwer de onderneming zal willen voortzetten. Bij een dergelijke overname wordt hoofdzakelijk gekeken naar de te behalen rendementen. Men heeft het dan veelal over de ‘agrarische waarde’. Het wil in dergelijke gevallen nog wel eens gebeuren dat de agrarische waarde lager ligt dan de economische waarde.

Maar niet alleen in de landbouw speelt het te behalen rendement een rol. De waarde van veel ondernemingen wordt namelijk bepaald aan de hand van de waarde van het eigen vermogen van de onderneming en de aanwezige goodwill. Bij het bepalen van de redelijke prijs zal ook rekening gehouden moeten worden met deze goodwill. De hoogte van de goodwill wordt veelal berekend aan de hand van de behaalde resultaten in de afgelopen 3 jaar. In sommige gevallen zal er – ondanks geweldige resultaten in het verleden – geen goodwill aanwezig zijn. Dat is het geval als de goodwill vereenzelvigd is met de persoon van erflater.

Belangenafweging door de Kantonrechter

Een verzoek tot overdracht van goederen moet worden ingediend bij de Kantonrechter. Deze maakt een belangenafweging. Het kind of de echtgenoot van erflater zal moeten aantonen dat deze een zwaarwegend belang heeft bij overdracht van de goederen. In veel gevallen is wel duidelijk wie het beroep of het bedrijf van erflater zal gaan voortzetten omdat de persoon die de overdracht verzoekt vaak al jaren in het bedrijf werkzaam is. In het algemeen geldt dat een zwaarwegend belang wordt aangenomen door de Kantonrechter indien het uitblijven van overdracht een vlotte bedrijfsvoering in de weg staat en wanneer de over te dragen goederen niet van emotionele waarde zijn voor de rechthebbende.

Verzoek tot overdracht van aandelen

Het kan zijn dat erflater zijn beroep of bedrijf in een besloten vennootschap of in een naamloze vennootschap uitoefende. In dat geval kan een (stief)kind of echtgenoot van erflater verzoeken om overdracht van de aandelen. Er dient voor zo’n verzoek aan drie voorwaarden te worden voldaan, namelijk:

  • erflater was bestuurder van de vennootschap en degene die overdracht van de aandelen verlangt heeft die positie als bestuurder voortgezet;
  • erflater hield alleen of samen met zijn medebestuurder(s) de meerderheid van de aandelen in de vennootschap;
  • de statuten van de vennootschap mogen zich niet verzetten tegen een overdracht van aandelen aan degene die overdracht van de aandelen verlangt.

De vraag die ook dit in kader beantwoord dient te worden is of het (stief)kind of de echtgenoot van erflater een voldoende zwaarwegend belang heeft om overdracht van de aandelen te verzoeken. Indien de echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap wegens bijvoorbeeld een borgstelling, kan worden aangenomen dat sprake is van een zwaarwegend belang. In zo’n geval wordt verondersteld dat de echtgenoot bepaalde zeggenschap over de vennootschap uitoefende alsook dat zij een financieel belang heeft bij goede resultaten van de vennootschap.