De levensverzekering

Valt een uitkering levensverzekering in de nalatenschap?

Het lijkt soms te mooi om waar te zijn. Een erfenis met daarin een woning, een beperkte hypothecaire geldschuld en een polis levensverzekering die een aanzienlijke waarde heeft. Je zou denken: we nemen de waarde van de woning en tellen daarbij op de waarde van de polis levensverzekering en trekken de hypothecaire geldschuld daarvan af en er blijft een mooi bedrag over.

Het Gerechtshof Den Haag oordeelde echter anders. Wat was er aan de hand? Erflater overleed met achterlating van zijn partner. Naast de partner waren er nog 3 andere erfgenamen (waarschijnlijk de kinderen van erflater). De verzekeraar keerde na het overlijden van erflater uit hoofde van de polis levensverzekering een bedrag uit van € 50.807,- aan de partner. De partner stond namelijk als eerste begunstigde op de polis vermeld. De partner voldeed met dit bedrag de hypothecaire geldschuld waarvoor erflater en de partner hoofdelijk aansprakelijk waren. De partner vond dat de erfgenamen van erflater haar het bedrag van € 50.807,- dienden te betalen (uit hoofde van regres). Ze vond namelijk dat de erfgenamen eigenlijk de hypotheekschuld hadden moeten betalen. Twee erfgenamen waren het daar niet mee eens.

De partner rechtvaardigde haar standpunt door er op te wijzen dat zij als eerste begunstigde op de polis levensverzekering stond en dat de uitkering van de verzekeraar dus niet in de nalatenschap viel. Omdat de woning geheel in eigendom was van erflater, kwam ook de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldschuld geheel voor diens rekening (en na overlijden voor rekening van diens erfgenamen). Nu de partner echter de hypothecaire geldlening had afgelost terwijl de erfgenamen daartoe gehouden waren, had de partner volgens eigen zeggen een vordering op de erfgenamen. Met andere woorden: de erfgenamen zouden volgens de partner geen recht hebben op het verzekerde kapitaal.

De erfgenamen zeiden daarentegen dat de polis levensverzekering onlosmakelijk was verbonden met de hypothecaire geldlening. Immers was deze verpand aan de bank die de hypothecaire geldlening had verstrekt. Het afsluiten van de levensverzekering was destijds ook een vereiste voor het kunnen krijgen van de aflossingvrije hypothecaire geldlening. De bank zou dan ook als eerste begunstigde aangemerkt moeten worden. Met andere woorden: het verzekerde kapitaal valt in de nalatenschap.

Het Hof volgde echter het standpunt van de partner. De polis levensverzekering is helder en wijst de partner aan als eerste begunstigde. De uitkering valt dan ook niet in de nalatenschap van erflater en is geen verkrijging krachtens erfrecht. Omdat de hypothecaire geldschuld voor rekening komt van de erfgenamen heeft de partner – nu zij de hypothecaire geldschuld heeft voldaan – een regresrecht op de nalatenschap.

Een uitkering levensverzekering valt dus niet altijd in de nalatenschap.

De gehele uitspraak is hier te lezen.