De dame in kwestie was oud en wat slechthorend maar charmant, zeer goed van de tongriem gesneden, boordevol anekdotes, die met veel gevoel voor humor werden verteld. Ze leek ook een zeer sterke eigen wil te hebben. Het leek dan ook dat haar testament aanvechten zinloos zou zijn.
De dame in kwestie leed echter al geruime tijd aan een geestelijke stoornis. Er waren psychiatrische problemen en paranoïde gedachten geconstateerd. Door deze paranoïde gedachten had de dame een andere voorstelling van de werkelijkheid. Onder die invloed maakte zij een testament waarin zij haar dochter onterfde. Ze dacht namelijk dat de dochter, die tevens haar dagelijkse verzorgster was, haar met opzet uit haar woning wilde hebben. Ze was dan ook heel boos op haar dochter en verweet haar kwade opzet. Ze vertelde ook anderen dat ze werd mishandeld door haar dochter en kleindochter. Ja, tot zelfs tweemaal toe had ze daarvan aangifte gedaan. Objectief gezien waren er echter geen aanwijzingen dat dochter enige kwade opzet jegens haar moeder had. Sterker nog: ze verzorgde haar moeder en had alle goeds met haar voor.
De dame had echter wegens haar (ongefundeerde boosheid) haar dochter onterfd en haar kleinzoon (haar lieveling) tot enig erfgenaam benoemd. De dochter wat het echter niet mee eens en besloot het testament aan te vechten.
Het was de rechtbank Den Haag die over deze zaak en oordeel mocht geven. Het vonnis is zeer uitgebreid voor wat betreft de feiten. Het vonnis leest als een boek waarvan de uitkomst tot op het einde ongewis is. Onder andere wordt verwezen naar de procedure inzake de inname van het rijbewijs van de bejaarde dame wegens haar psychische gesteldheid. Ook wordt verwezen naar het verzoek tot ondercuratelestelling van de dame en een verzoek tot het afgeven van een rechtelijke machtiging tot opname in een gesloten inrichting dat werd afgewezen. Al deze punten worden door de rechtbank in haar oordeel betrokken. De rechtbank weegt in haar vonnis op uitgebreide wijze de diverse verklaringen van verschillende getuigen. De ene getuige verklaarde over zijn ervaring met de kordate vrouw, terwijl een wijkagent juist verklaarde over de momenten waarop de vrouw paranoïde was. De rechtbank geeft dan aan waarom zij bepaalde verklaringen wel en andere niet aan haar oordeel ten grondslag legt. De rechtbank gaat ook uitgebreid in op alle door partijen aangevoerde argumenten. Dat maakt dat de rechtbank tot een uitermate afgewogen oordeel komt. En ja, de rechtbank komt tot de slotsom dat het testament onder invloed van een geestelijke stoornis is gemaakt en dat om die reden het testament nietig is. Een testament aanvechten is dan ook niet altijd zinloos.
Maar hoe zit het dan nu met de notaris die het testament heeft verleden? De notaris diende toch de wilsbekwaamheid van de dame te toetsen? En een notaris moet toch bij twijfel over de wilsbekwaamheid een protocol volgen. In deze zaak verklaarde de notaris dat hij geen enkele twijfel had aan de geestvermogens van de dame in kwestie. De rechtbank overweegt hier echter het volgende over:
“Het enkele feit dat de notaris ten tijde van het opstellen van het testament geen reden heeft gezien te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van erflaatster leidt onder de gegeven omstandigheden niet tot een ander oordeel. Vast staat dat [gedaagde 1] , die erflaatster naar de notaris heeft gebracht, niet aan de notaris heeft verteld dat er sprake was van een RM-verzoek. Derhalve is de notaris afgegaan op de uiterlijke schijn en hetgeen hem over de reden van de wijziging van testament werd medegedeeld door erflaatster zelf. Hij stelde simpelweg vast dat zij duidelijk was in haar mening: zij wilde haar dochter onterven omdat die haar niet hielp en omdat haar kleindochter, die bij haar inwoonde, haar mishandelde. Nu de notaris noch met de psychische conditie van erflaatster, noch met de feitelijke situatie bekend was, heeft hij kennelijk geen reden gezien aan de hem meegedeelde feiten te twijfelen, maar kan aan zijn beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflaatster ook geen doorslaggevend belang worden gehecht.”
Dat de notaris zich moet vergewissen van de wilsbekwaamheid van een testeerder geeft dan ook niet de garantie dat de testeerder ook daadwerkelijk wilsbekwaam is.
De uitspraak van de rechtbank Den Haag is hier te lezen
Meer informatie over de nietigheid van een testament is hier te vinden.