Ben je als erfgenaam verplicht om andere erfgenamen te informeren over schenkingen die je van erflater tijdens diens leven hebt gekregen? Een uitspraak van het Hof Den Haag geeft aan dat het zeer verstandig is om daar goed over na te denken. Want als de schenking geen schenking blijkt te zijn, dan zou het kunnen zijn dat je hele bedrag van de zogenaamde schenking aan de andere erfgenaam moet betalen.
Wat was er allemaal aan de hand in die uitspraak van het Hof Den Haag? Erfgenaam 1 verleende mantelzorg aan de moeder en had een volmacht om over de bankrekening van moeder te beschikken. Op 30 mei 2008 werd aan erfgenaam 1 een bedrag overgemaakt van € 643.497,-. Moeder overleed in september 2008. Erfgenaam 1 vertelde pas een jaar later aan erfgenaam 2 over de zogenaamde overboeking die hij kwalificeerde als schenking. In de procedure verklaarde erfgenaam 1 het bedrag zelf van de bankrekening van moeder te hebben laten overboeken naar zijn eigen bankrekening en hield daarbij vol dat het een schenking betrof.
Het Hof oordeelt eerst over de vraag of er wel sprake was van een schenking. Het Hof oordeelt dan dat de bewijslast van de schenking op erfgenaam 1 rust en dat de schenking niet door erfgenaam is aangetoond (noch bewezen). Erfgenaam 1 heeft dan ook onterecht gesteld dat sprake was van een schenking. Juridisch gezien had moeder daarentegen ten tijde van overlijden een vordering op erfgenaam 1 wegens onverschuldigde betaling. Erfgenaam 1 had dit na overlijden moeten melden aan erfgenaam 2.
Het Hof oordeelt vervolgens over de vraag of erfgenaam 1 zijn aandeel in de vordering wegens onverschuldigde betaling heeft verbeurd aan erfgenaam 2. Dat is immers de wettelijke sanctie als een erfgenaam opzettelijk goederen van de nalatenschap verzwijgt. Het Hof stelt voorop dat voor een beroep op deze sanctie opzet is vereist. Dat wil zeggen dat een erfgenaam wist of behoorde te weten dat het betreffende goed tot de nalatenschap behoorde. Het Hof acht, gezien de feiten, opzet bij erfgenaam 1 aanwezig. Erfgenaam 1 heeft eerst na bijna één jaar melding gemaakt van de schenking. Daarmee staat, aldus het Hof, vast dat erfgenaam 1 op enig moment heeft geprobeerd een goed opzettelijk buiten de verdeling te houden. Dat erfgenaam 2 wist van het bestaan van de bankrekening doet daar niet van af (erfgenaam 2 was niet bekend met de hoogte van het saldo op de bankrekening). Dat erfgenaam 1 later tot inkeer is gekomen en erfgenaam 2 heeft geïnformeerd over de schenking doet evenmin niet af van het oordeel dat sprake is van opzet. Het gaat er namelijk om dat erfgenaam 1 heeft geprobeerd om op enig moment de vordering buiten de verdeling te houden. Het gevolg is dat erfgenaam 1 zijn aandeel in de vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling verbeurt aan erfgenaam 2.
Gezien het oordeel van het Hof Den Haag is het dus zeer aan te raden om na te gaan of je op goede grond meent dat sprake is van een schenking en of je de schenking kan verzwijgen.
De uitspraak van het Hof Den Haag is hier te lezen.
Meer informatie over de verdeling van de nalatenschap is hier te vinden.